De methode Busquet legt in 7 zogenaamde ‘kettingen’ een verband tussen alle structuren in het lichaam. Langs deze kettingen vinden kracht- en spanningsverdelingen plaats. Lichamelijke klachten kunnen veroorzaakt worden door een verstoord evenwicht tussen deze kracht- en spanningsverdeling. Deze verstoring uit zich in een veranderingen van het bindweefstel, van de spieren, de gewrichten, de zenuwen en de organen. Voor een goed en duurzaam herstel van de beweeglijkheid van de bindweefselstructuren moeten deze worden terug gevormd.
Methode Busquet kan op 3 niveaus uw klachten helpen verminderen.
Niveau 1: Botten, gewrichten en spieren
Een bewegingsbeperking van een gewricht kan de werking van spieren, zenuwen en bloedvaten verstoren. Uw therapeut probeert door manuele technieken, rekkingen of mobilisaties de beweeglijkheid van de gewrichten te herstellen.
Niveau 2: Organen
Ook uw organen (bijvoorbeeld maag, lever, darmen en longen) moeten een zekere mate van beweeglijkheid hebben. Via milde handgrepen zoekt de therapeut naar abnormale spanningen in het bindweefsel waarmee de organen aan de spieren, gewrichten en botten vastzitten.
Niveau 3: De schedel
Tussen de schedelbotten is eveneens een kleine beweging mogelijk. Indien deze beweeglijkheid is verstoord, ontstaan spanningen die kunnen leiden tot bijvoorbeeld hoofdpijn, duizeligheid, concentratiestoornissen en evenwichtsproblemen. De milde technieken bestaan uit het plaatselijk toedienen van lichte druk op de schedel om de spanningen te verlichten of weg te nemen.